
Recent was ik in Ierland voor een lezingencyclus. Prachtig land, leuke collega’s en een rijke historie. Ik mocht op verschillende plekken een voordracht houden, en zo kwam ik ook in Galway terecht, een westelijke havenstad vanwaar vroeger passagiersschepen naar Amerika vertrokken. Mijn gastheer bleek een wandelende encyclopedie en terwijl we een verloren uurtje vulden met een korte wandeling langs de historische haven, kreeg ik een levendige geschiedenisles. Heerlijk!
Titanic-tragedie
Mijn aardige collega vertelde over de Ierse emigranten die vanuit de haven van Galway massaal hun geluk zochten in het land van de onbegrensde mogelijkheden. We stonden ook letterlijk stil bij de Titanic, toen we op de gevel van een havengebouw een plaquette lazen ter nagedachtenis aan de negen slachtoffers uit Galway van deze enorme scheepsramp. We spraken over hoe deze catastrofe zich had kunnen voltrekken. Waarom had men zo’n rotsvast vertrouwen in de onzinkbaarheid van dit schip? Waarom negeerde de bemanning alle waarschuwingen over ijsbergen en werd toch het bevel “volle kracht vooruit” gegeven?
Onze “ijsbergen”
Op een bankje, genietend van de middagzon, maakte ik een bruggetje naar ons vak. Soms voelt het alsof wij, als veterinaire beroepsgroep, een soortgelijke Titanic-tragedie doormaken. Het lijkt alsof we de “ijsbergen” om ons heen niet willen zien. We negeren belangrijke signalen over onze mentale gezondheid, afnemende collegialiteit, grensoverschrijdend gedrag, en de onhoudbare werkdruk. Toch blijven we doorbuffelen, in de veronderstelling dat we onzinkbaar zijn. “Niet zeuren, gewoon volle kracht vooruit!”
Verschillende landen, zelfde problematiek
Mijn Ierse collega deelde mijn observatie. Hij had sterk het gevoel dat deze houding – het negeren van signalen en waarschuwingen – niet alleen in Ierland, maar eigenlijk in heel Noordwest-Europa voorkomt onder (para)veterinairen. We sluiten onze ogen voor de toenemende problemen, denken dat het vanzelf wel goed komt, en blijven doorgaan alsof er niets aan de hand is. Ondertussen speelt het ‘salonorkest’ vrolijk door, terwijl we steeds meer water maken…
We bespraken hoe we deze situatie konden aanpakken. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat een frontale aanvaring met onze “ijsberg” misschien wel de beste oplossing zou zijn. Niet zoals de Titanic nog op het laatste moment proberen uit te wijken – wat juist fataal bleek – maar in plaats daarvan de confrontatie aangaan. Recht op die “ijsberg” af!
De grote klap
Hoe langer we erover praatten, hoe meer we erin gingen geloven. Bammmm… een grote, maar enigszins gecontroleerde aanvaring. De boeg van onze “beroepsboot” zou zeker stevige averij oplopen, maar de kans dat het schip zou zinken bleef beperkt. Door te kiezen voor deze ramkoers zou, volgens onze inschatting, onze “beroepsboot” blijven drijven. Natuurlijk zou iedereen aan boord wel flink wat bulten, blauwe plekken of zelfs botbreuken oplopen. Zeker niet leuk, maar ook niet levensbedreigend.
Samen sterker staan
Na die klap zouden we dan samen opkrabbelen. Door elkaar te helpen, zouden we allemaal weer op de been komen en uiteindelijk sterker staan. Die frontale aanvaring zou ons als beroepsgroep dichter bij elkaar brengen. “Is die klap echt onvermijdelijk?”, vroeg ik mijn Ierse collega tenslotte. Hij zweeg even en antwoordde: “Niet als we leren om af en toe niet volle kracht vooruit te gaan.”
Die avond vroeg ik tijdens mijn lezing aan de aanwezige dierenartsen en paraveterinairen wat ze ervan zouden vinden om af en toe een weekje “op halve kracht” praktijk te doen. Iedereen was vóór, maar niemand zag het in z’n eigen praktijk gebeuren.
En zo wachten we op de klap…