vrijdag 13 juni 2025

Wat zou jij doen als het jouw hond was?

Een vraag die elke dierenarts vroeg of laat krijgt. En hoe vaak je ‘m ook hoort, hij blijft lastig. Want het antwoord is eigenlijk nooit eenvoudig.

Net vroeg een eigenaresse het me weer, met tranen in haar ogen. Haar Labrador Keesie – nog geen anderhalf jaar oud – was eerder al gediagnosticeerd door mijn collega specialist oogheelkunde met cataract, uveitis, beiderzijds glaucoom, lensluxatie en retina atrofie rechts. Zijn zicht rechts was vrijwel afwezig, links nog iets beter. Nog wel.

Keesie is zo’n typische Labrador: altijd blij, altijd druk. Zonder veel fantasie kun je hem vergelijken met een jongen met forse ADHD. Al sinds zijn puppytijd liep hij af en toe een paar dagen kreupel, waarna het vanzelf weer wegtrok. Maar nu, sinds twee weken, is hij continu kreupel.

Bij het monsteren viel op dat hij met beide voorpoten kreupel liep (rechts meer dan links), en beide poten wat naar buiten draaide. Bij onderzoek van de staande hond voelde ik overvulde en sterk verbrede ellebogen. En ja, terwijl ik dat bekeek, kreeg ik ook een paar enthousiast geplaatste likken in mijn gezicht.

Op de onderzoeksbank lukte het de mannelijke eigenaar – na een paar ontsnappingspogingen van Keesie – om hem goed vast te houden. Bij onderzoek bleek wat ik al vermoedde: beide ellebogen waren pijnlijk bij flexie en bij supinatie/pronatie, en er was crepitatie op te wekken.

Zoals in onze specialistisch centrum gebruikelijk, kon ik vervolgens uitgebreid met de baasjes spreken over het vermoede elleboogprobleem en de manieren om dit verder te onderzoeken. Mijn voorkeur gaat doorgaans uit naar een CT-scan, omdat hiermee de pathologie specifieker in beeld komt. Op basis daarvan kunnen we beter onderbouwen of we wel of juist niet tot een operatie adviseren. Maar bij een patiënt als Keesie vind ik het ook belangrijk om al vooruit te kijken naar de prognose van mogelijke aandoeningen. Dat maakt het verhaal complexer, maar voorkomt dat eigenaren zich achteraf ingezogen voelen in een traject.

In het geval van Keesie vertelde ik dat er bij een los processus coronoideus medialis of een fissuur daarvan een operatie mogelijk is, maar dat – gezien de vermoedelijke uitgebreide artrose – de kans groot is dat hij niet blijvend klachtenvrij wordt. En dat vooruitzicht vond de eigenaresse begrijpelijkerwijs moeilijk. “Hij mag geen pijn houden,” zei ze. “Hij moet echt álles kunnen doen wat hij wil. Hij wil de hele dag spelen met onze andere hond. Kan hij dat straks weer?”

En daar was dat bekende, ongemakkelijke gevoel. Het moment waarop je je woorden extra zorgvuldig kiest. Omdat je wilt voorkomen dat je als dierenarts in de ‘driving seat’ terechtkomt. De plek waar je namens de eigenaar hún keuze maakt. En toen kwam ook de vraag die ik al voelde aankomen: “Wat zou jij doen als het jouw hond was?”

Tijdens de opleiding leren we al dat je die vraag beter niet rechtstreeks beantwoordt, maar wel uitlegt waarom niet. Dus ik neem dan opnieuw alle feiten door, geef percentages waar mogelijk, en zeg dat ik geen optie aanbied waar ik niet achter sta. En dat sommige beslissingen niet nu hoeven. Maar hoe de toekomst er voor Keesie uitziet? Dat weet ik niet. Wij dierenartsen hebben geen glazen bol. Ook de orthopeden niet.

Op dat moment neemt de mannelijke eigenaar het woord. Hij zat al een tijdje wat onrustig op zijn stoel. Voor hem is het duidelijk: de kans van slagen van een ingreep is te klein, de kosten zijn überhaupt te hoog. Dus die CT-scan komt er niet. “Röntgenfoto’s zijn prima.” Vooral ter bevestiging van wat hij eigenlijk al denkt te weten: Keesie gaat niet meer pijnvrij worden. En dat wil hij hem niet aandoen.

De baasjes zitten duidelijk (nog) niet op één lijn. Zij is emotioneel en nog niet toe aan het nemen van een beslissing. Hij lijkt die in zijn hoofd al genomen te hebben. En ik? Ik voel me even tussen hen in staan. Maar dat ís mijn positie natuurlijk niet. Ik manoeuvreer mezelf terug naar mijn onafhankelijke positie en houd het driegesprek gaande.

Ze besluiten het thuis te laten bezinken. We spreken later in de week verder. Niet alles hoeft meteen.

Sommige situaties vragen wat meer tijd, aandacht en zorg. Voor mens én dier. Ook in de orthopedie.

Dit moet je lezen

Meest gelezen