zondag 16 maart 2025

Feit of fabel?

Beeld: Midjourney

Lang geleden, op de groene weiden van een vredig dal, leefde Schaap met zijn kudde. Hij had de kudde grootgebracht en de beste plekken gevonden om af te grazen. In sommige jaren was het gras weelderig, in andere jaren minder, maar elk seizoen wist Schaap samen met zijn kudde steeds zijn weg te vinden. Niet dat alles altijd pais en vree was. Soms was het best zwoegen voor een klein beetje gras. Ook ergerde Schaap zich regelmatig aan de makke schapen in zijn kudde, die zich altijd zo afwachtend opstelden. Wie moest straks de leiding nemen als hij het niet meer deed?

Op een dag, tijdens zijn zoektocht naar een nieuwe groene weide, kruiste hij het pad van Geit. Zachtaardig Schaap had altijd enige afkeer gehad van brutale Geit, omdat die het gras niet voorzichtig afgraasde, maar tot het laatste sprietje kaalvrat. Toch had Schaap gehoord over Geit’s durf, onverschrokkenheid en opportunisme. Misschien zou Geit hem kunnen helpen zijn schaapjes op het droge te brengen. Iets waar Schaap al lange tijd mee worstelde.

Met dat in gedachten begon Schaap het gesprek met Geit. Tot zijn verbazing was Geit meteen bereid om te helpen. “Ik heb iets, dat echt precies bij jou past” zei Geit. “Ik heb namelijk een samenwerkingsverband opgericht, die ik ‘corporate’ noem – omdat Engels nu eenmaal de zakentaal is, begrijp je?” Schaap knikte, hoewel hij maar net begreep waar Geit het over had. “Dat komt later wel,” dacht hij bij zichzelf.

Geit mekkerde verder over ‘buy-in’, ‘EBITDA’ en de ‘multiplier’ die de kracht van het combineren van kuddes zou versterken. Hij verzekerde Schaap dat zijn kudde autonomie zou behouden, maar dat de graasomstandigheden voor iedereen zouden verbeteren. Het was een mooie belofte. Geit had zelfs een mission statement opgesteld: “Door de kracht van het combineren van kuddes dragen wij bij aan het welzijn en de levenskwaliteit van alle grazers.” Schaap herkende zich wel in dit wollige taalgebruik en besloot zijn kudde over te halen om deel uit te maken van deze grotere samenwerking.

De volgende ochtend sprak Schaap zijn kudde toe. “We gaan onderdeel uitmaken van een grotere, krachtigere kudde. Door de bundeling van krachten wordt één plus één drie. Dat is nodig voor onze toekomstbestendigheid.” Schaap merkte dat hij al aardig de taal van Geit begon te spreken. Zijn kudde, altijd trouw aan hun leider, knikte instemmend. “Voor ons verandert er eigenlijk niets, behalve dat Geit de graasstrategie mede gaat bepalen. Maar dat doet hij echt in overleg met ons, zo heeft hij me verzekerd,” voegde Schaap eraan toe.

Toen Schaap over de dam was, volgt de kudde hem gedwee naar het grote, groene grasland dat Geit had beloofd. Maar wat begon als een belofte van een vruchtbaar, groen weiland met sappig, smakelijk gras, veranderde langzaam maar zeker in een overvolle, ongeordende massa van kuddes. Het werd druk, te druk. Steeds meer kuddes sloten zich aan, en het weiland was gevuld tot het laatste hoekje. 

De sfeer veranderde van vreedzaam naar grimmig en daarom besloot Geit zelfs om de meest mondige schapen vast te ketenen. Ook de controle op het grazen werd steeds strikter. Er werden hekken geplaatst en ‘Grazing managers’ aangesteld om de ‘KPI’s van het graasproces’ te optimaliseren. Schaap voelde zich steeds ongelukkiger en begon meer en meer te twijfelen aan de beloftes van Geit, zeker toen hij de krantenkoppen las: “Schapen zijn geldwolven!”

Waarom had hij Geit eigenlijk geloofd? Waarom was hij zo naïef geweest om Geit te volgen en te vertrouwen, terwijl hij tot dan toe altijd gepaste afstand tot Geit hield? Gewoon omdat hij en Geit anders waren, anders dachten en anders deden. 

Schaap voelde zich steeds meer gevangen in een web van leugens en manipulatie. Op een dag besloot Schaap zijn zorgen te delen met Geit. Hij zocht naar hem, maar Geit was nergens te vinden. Uiteindelijk besloot Schaap in het diepe, donkere struikgewas te gaan zoeken, een plek waar hij liever niet kwam, vol doornstruiken en drijfzand. Daar, tussen de schaduwen, hoorde hij Geit’s stem. Schaap sloop voorzichtig dichterbij en verschool zich achter een omgevallen boom.

Tot zijn grote schrik zag Schaap dat Geit in gesprek was met Wolf. Zijn ouders hadden hem al in zijn vroegste lammertijd geleerd om ver van wolven weg van te blijven en nu stond hij bijna oog in oog met zijn grootste vijand. Schaap luisterde met ingehouden adem. “Als je niet doet wat ik zeg,” hoorde hij Wolf zeggen tegen Geit, “dan rest mij niets anders dan je zeven geitjes op te offeren.”

Schaap voelde een koude rilling door zijn vacht trekken. Het was alsof een gordijn voor zijn ogen was opgetrokken en hij nu eindelijk het volledige plaatje zag. Geit, die hij als een bondgenoot had gezien, was slechts een pion in de handen van Wolf. Wolf had Geit volledig in zijn macht. Uit angst voor verlies van zijn kleine geitjes voerde Geit klakkeloos uit wat Wolf hem vanuit het struikgewas influisterde.

Schaap stond verstijfd van ongeloof. Wat nu? Moest hij accepteren dat Wolf hem -via Geit- volledig in zijn greep had? Zou Wolf’s reputatie dan ook op hem gaan afstralen en werd hij daarmee de spreekwoordelijke wolf in schaapskleren? Schaap gruwelde bij die gedachte.

Misschien moest hij proberen om zijn mede-schapen te ontketenen om terug te keren naar hoe het ooit was: een simpele, vredige kudde die in rust graasde op de weiden van hun eigen keuze. Hij had gehoord dat andere geketende schapen dat recentelijk ook hadden gedaan.

Schaap kon de slaap niet meer vatten. Hoeveel schaapjes hij ook telde. Hij probeerde op een rijtje te krijgen wat er in de afgelopen seizoenen was gebeurd. Vele schapen hadden groot vertrouwen gehad in Geit en zich aangesloten bij grotere kuddes. Dat leek ook logisch, want samen ben je sterker. Totdat opeens de grote boze Wolf in het verhaal verscheen. Hij was er natuurlijk altijd al, maar niemand had hem willen zien. Nu Wolf’s wil wet was geworden, kwamen veel kuddes in de knel. Trouwens niet alleen de kuddes die met Geit in zee waren gegaan. Ook voor alle andere kuddes was het niet alleen rozengeur en maneschijn geweest. Eigenlijk zaten alle grazers met de gebakken peren. Geit ook. Schaap piekert zich suf om te bedenken wat er nodig is om alle schapen weer gelukkig te laten grazen. “Het zal een lange en lastige reis worden, die we samen moeten maken”; denkt Schaap. “Maar elke reis begint met het zetten van een eerste stap. Laten we daarom allemaal vooral beginnen met eerst naar onszelf te kijken voordat we steeds een Zwart Schaap of Zondebok aanwijzen. Dat zou een verstandige eerste stap zijn…”

Dit moet je lezen

Meest gelezen