
Mitralisinsufficiëntie komt regelmatig voor bij bepaalde hondenrassen. Voor veel patiënten zijn de behandelmogelijkheden beperkt, zeker als een zware operatie geen optie is. Een nieuwe techniek, de Canine V-Clamp, biedt hoop. Met een minder ingrijpende aanpak en veelbelovende resultaten lijkt deze innovatie een stap vooruit in de veterinaire cardiologie.
Deze inhoud is alleen voor veterinaire professionals
Mitralisinsufficiëntie: een uitdaging met beperkte opties
Bij honden met mitralisinsufficiëntie sluit de hartklep niet goed, waardoor bloed terugstroomt en het hart extra belast wordt. We zien dit vaak bij rassen zoals de Cavalier King Charles spaniël. Medicijnen kunnen de klachten onder controle houden, maar bieden geen blijvende oplossing. Chirurgie kan effectief zijn, maar niet voor elke hond geschikt door de kosten, complexiteit en risico’s. Hierdoor blijft een grote groep patiënten onbehandeld – en dat vraagt om nieuwe oplossingen.
Wat is de canine v-clamp?
De Canine V-Clamp is een innovatief apparaat dat via een minimaal invasieve techniek wordt geplaatst. Het maakt gebruik van transcatheter edge-to-edge repair (TEER). Bij deze methode wordt via een kleine incisie in de borst een speciaal ontworpen apparaat naar de hartklep geleid. De V-Clamp grijpt de beschadigde delen van de mitralisklep vast, waardoor de lekkage wordt verminderd en de hartfunctie verbetert. De techniek is minder belastend dan traditionele chirurgie en kan breder worden toegepast.
Veelbelovende resultaten uit de eerste studie
Een studie aan Colorado State University onderzocht het gebruik van de V-Clamp bij 50 honden met ernstige mitralisinsufficiëntie. De resultaten laten zien dat de techniek veilig en effectief is:
- Hoge slagingskans: In 96% van de gevallen kon minstens één V-Clamp succesvol worden geplaatst.
- Beperkte complicaties: Bij 6,3% van de procedures deden zich complicaties voor, zoals een ontgrendelde clamp of een clamp die niet goed op zijn plaats bleef. Deze problemen werden succesvol opgelost zonder fatale afloop.
- Significante verbetering: Het regurgitatievolume, oftewel de hoeveelheid bloed die terugstroomt door de klep, nam gemiddeld met 49,4% af. In de tweede helft van de studie, toen de ervaring toenam, steeg deze verbetering zelfs naar 76,8%.
Leren van de praktijk
Het onderzoek laat zien dat ervaring en casuïstiek een belangrijke rol spelen in het succes van deze techniek. Naarmate het team meer ingrepen uitvoerde, werden de resultaten beter. Daarnaast bleek de anatomie van de mitralisklep een bepalende factor. Niet elke hond is geschikt, en nauwkeurige selectiecriteria spelen een sleutelrol in het succes van de procedure. Specialist cardiologie Marjolein den Toom, werkzaam bij Evidensia Dierenziekenhuis Nieuwegein bevestigt aan Vetlife.nl: “De korte termijn resultaten zijn veelbelovend, mits de juiste patiënten worden geselecteerd en het team ervaren is.”
Den Toom ziet de Canine V-Clamp als een belangrijke stap in de ontwikkeling van veterinaire cardiologie: “Dit is echt een mooie nieuwe techniek voor sommige honden met myxomateuze klepdegeneratie. Colorado State University is al jaren dé plek voor veterinaire cardiologische interventies en pioniert op dit gebied.” Ze benadrukt dat deze publicatie een grote mijlpaal is in de toepassing van deze techniek. “Ook in Nederland zijn we bezig om hiermee te starten. Viktor Szatmári zal deze techniek gaan aanbieden op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren (UKG) in Utrecht, en ik in het Evidensia Dierenziekenhuis in Nieuwegein.”
Wat betekent dit voor de toekomst?
De Canine V-Clamp biedt een veelbelovende oplossing voor honden met mitralisinsufficiëntie die niet geopereerd kunnen worden. Hoewel de resultaten op korte termijn hoopgevend zijn, blijven er vragen over de duurzaamheid op de lange termijn. Meer onderzoek is nodig om te bepalen of deze techniek daadwerkelijk de levensduur en kwaliteit van leven van honden kan verbeteren.
Voor nu betekent deze innovatie een stap vooruit in de behandeling van mitralisinsufficiëntie. Het kan een belangrijke toevoeging worden aan de mogelijkheden die we als dierenartsen hebben, zeker voor patiënten die eerder geen kans hadden op herstel.