Kinderen die tijdens hun eerste levensjaar in huishoudens met honden of boerderijdieren zijn opgegroeid, kunnen een paar jaar later een lager risico op astma hebben, suggereert onderzoek.
In de studie keken de onderzoekers naar vroege blootstelling aan honden en landbouwhuisdieren en de mate van astma onder ongeveer 377.000 voorschoolse kinderen en 276.000 schoolgaande kinderen in Zweden.
Onder de schoolgaande kinderen in het onderzoek hadden degenen die tijdens hun eerste levensjaar waren blootgesteld aan honden 13 procent minder kans op astma op 6-jarige leeftijd, vergeleken met de schoolgaande kinderen die niet waren blootgesteld aan honden in hun eerste levensjaar, vonden de onderzoekers.
Op basis van de nieuwe bevindingen kunnen onderzoekers vol vertrouwen ‘Zeggen dat Zweedse kinderen met honden in hun huis op 6-jarige leeftijd een lager risico op astma hebben, en dat deze risicovermindering ook wordt gezien bij kinderen van ouders met astma,’ aldus auteur Tove Fall, universitair hoofddocent van de Universiteit van Uppsala in Zweden.
De onderzoekers weten niet zeker wat het verband tussen vroege blootstelling aan dieren en een verminderd risico op astma precies kan verklaren. ‘Het kan te wijten zijn aan een enkele factor, of meer waarschijnlijk, een combinatie van verschillende factoren die verband houden met de levensstijl van een hond of de houding van hondenbezitters, zoals blootstelling van kinderen aan huishoudelijk vuil en stof van huisdieren, tijd buitenshuis doorgebracht of fysiek actief zijn,’ vertelde Fall. ‘Als ouder in een honden- en babyhuishouden is het bijna onmogelijk om alles schoon te houden, en misschien is dit een goede zaak voor de toekomstige gezondheid van je baby.’
Momenteel is een van de belangrijkste hypothesen die het verband tussen een lager risico op astma en vroege blootstelling aan huisdieren willen verklaren, dat ‘kinderen in dierenomgevingen lucht inademen die meer bacteriën en bacteriële fragmenten bevat, wat hun risico op astma zou kunnen verlagen,’ zei ze.
