donderdag 9 mei 2024

Nieuwe moties richten zich op de veterinaire sector: een discussie over vercommercialisering en toegankelijkheid

Op 1 februari 2024 zijn er door Kamerleden, met voorop het lid Graus en gesteund door Beckerman en Kostić, vier moties ingediend die betrekking hebben op de actuele situatie binnen onze veterinaire sector in Nederland. Deze moties (overigens aangenomen) richten zich op diverse aspecten van de sector, variërend van de eigendomsverhoudingen van dierenartspraktijken tot de betaalbaarheid en toegankelijkheid van veterinaire zorg.

De eerste motie betreft de bezorgdheid over de overnames van dierenartspraktijken door grote private-equitypartijen. Volgens de indieners zou deze ontwikkeling kunnen leiden tot een verhoogde commercialisering en mogelijk hogere kosten voor veterinaire zorg. Zij verzoeken de regering om hierop actie te ondernemen.

Parallel hieraan wordt in de tweede motie voorgesteld om de mogelijkheden te onderzoeken van het instellen van prijsplafonds voor medisch noodzakelijke behandelingen door dierenartsen. Dit idee wordt gepresenteerd als een mogelijke maatregel om de veterinaire zorg betaalbaarder te maken voor huisdiereigenaren.

De derde motie belicht de constatering dat de kosten van behandelingen bij dierenartsen hoog blijven en refereert aan historische wetgeving en internationale voorbeelden waar maatregelen zijn genomen om deze kosten te beheersen. De indieners vragen de regering om effectieve maatregelen en/of wetgeving te overwegen die zowel nationaal als internationaal succesvol zijn gebleken.

Tot slot stelt de vierde motie het tekort aan dierenartsen en de gevolgen daarvan voor de toegankelijkheid van zorg centraal. Dit probleem wordt in verband gebracht met de overnames van praktijken door investeerders en de werkdruk binnen de sector. De motie roept op tot onderzoek naar manieren om de werkdruk te verminderen en meer dierenartsen te werven en te behouden voor het vak.

De vraag over de capaciteit om meer dierenartsen op te leiden is bijzonder complex. Hoewel het verruimen van het aantal opleidingsplaatsen op het eerste gezicht een logische stap lijkt, moet rekening gehouden worden met de mogelijke beperkingen in capaciteit en middelen. Het is niet duidelijk in hoeverre de faculteit diergeneeskunde in staat is om op te schalen, gezien zowel de infrastructuur als de beschikbare middelen en docenten.

De ingediende moties weerspiegelen de zorgen van de indieners over diverse uitdagingen binnen de veterinaire sector. Enerzijds uiten de indieners van de moties hun bezorgdheid over de massale overnames van dierenartspraktijken door private-equitygroepen. Anderzijds roepen dezelfde indieners op tot overheidsingrijpen, zoals het onderzoeken van prijsplafonds en het nemen van maatregelen tegen de vercommercialisering van de zorg.

Deze paradoxale houding ten opzichte van de rol van de overheid en de vrije markt binnen de veterinaire sector nodigt uit tot een diepgaande reflectie over de wenselijkheid en haalbaarheid van overheidsbemoeienis. De vraag in hoeverre de overheid moet ingrijpen, en op welke manier, is een fundamenteel debatpunt dat raakt aan bredere thema’s zoals de verantwoordelijkheid van de staat versus de autonomie van de markt. De komende tijd zal moeten uitwijzen hoe de regering deze delicate balans voorstelt te vinden, rekening houdend met zowel de specifieke uitdagingen van de veterinaire sector als de algemene principes van marktwerking en overheidsinterventie.

Dit moet je lezen

Meest gelezen