Eindelijk kunnen schapen en runderen in Nederland gevaccineerd worden tegen het blauwtongvirus. Hoe fijn is dat?! Vetlife sprak met Joost Segeren, dierenarts landbouwhuisdieren bij de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk, over de ernst van de situatie en de maatregelen die zijn praktijk heeft genomen.
Kun je iets vertellen over de ernst en de omvang van de situatie in de omgeving van jullie praktijk?
De uitbraak van BTV-3 begon in de omgeving van de Loosdrechtse plassen, wat deels binnen ons praktijkgebied valt. Als een van de eerste praktijken werden wij geconfronteerd met de klinische effecten van deze ziekte. De gevolgen bleken veel ernstiger dan bij de BTV-8 uitbraak van 2006-2008. Vooral schapen werden zwaar getroffen met symptomen zoals wonden aan de slijmvliezen van neus en bek, hoge koorts, ontstekingen aan poten en gewrichten, en soms acuut overlijden. Uitvalspercentages varieerden, maar in extreme gevallen stierven tot wel 70% van de dieren. Frustrerend voor dierhouders en veeartsen was het feit dat behandeling vrijwel zinloos was, en enige wat we konden bieden was pijn- en koortsverlichting dmv NSAID’s.
Bij koeien waren de symptomen vergelijkbaar, maar de mate van uitval was lager. De economische schade was echter groter door verlies aan melkproductie en vruchtbaarheidsproblemen. In ons gebied, Zuid-Holland en Utrecht, hebben vrijwel alle bedrijven met koeien en/of schapen gevolgen van BTV-3 ondervonden.
De druk om snel te vaccineren neemt flink toe, maar samen kunnen wij het aan.
Toen bekend werd dat er een vaccin was goedgekeurd en beschikbaar kwam, hoe reageerden jullie veehouders?
Anticiperend op de komst van het vaccin hebben we een inventarisatie gedaan bij onze veehouders om de vaccinatiebereidheid te peilen. Deze was zeer groot. Veel veehouders kijken met grote zorgen uit naar de komende maanden wat betreft nieuwe BTV-3 infecties. Wij en onze veehouders waren dan ook zeer verheugd dat er een vaccin beschikbaar kwam, en er een tweede vaccin op korte termijn bij komt. Zodra het nieuws bekend werd, is onze praktijk overspoeld met telefoontjes van veehouders die zo snel mogelijk wilden vaccineren.
De entstof is begin vorige week binnengekomen, wat hebben jullie op korte termijn al kunnen doen?
Vanaf 7 mei zijn we begonnen met vaccineren, direct na de levering van het vaccin. We hebben een enorme logistieke operatie opgezet om onze klanten zo snel mogelijk te kunnen helpen. Ons ondersteunend team heeft een fantastische prestatie geleverd, en onze dierenartsen hebben zelfs in hun vrije tijd en weekenden extra gewerkt om zoveel mogelijk dieren te vaccineren.
Hoe verloopt de samenwerking met collega-praktijken en instanties als KNMvD en LTO bij het coördineren van de vaccinaties?
De samenwerking met collega-praktijken en betrokken sectororganisaties bij het coördineren van de vaccinaties is in eerste instantie goed verlopen. Er werd gekozen om schapen en bedrijven met zorg- en publieke functies als eerste te vaccineren en vervolgens de koeien vanwege de beperkte voorraad vaccin. Landelijk werd het vaccin verspreid op basis van het aantal schapen per praktijk.
Helaas maken sommige praktijken eigen afwegingen en geven ze koeien toch voorrang bij de vaccinatie. Volgens het entschema van het huidige vaccin heb je 4x zoveel vaccinvloeistof nodig voor een koe t.o.v. een schaap. Dit betekent dat er op korte termijn veel minder schapen gevaccineerd kunnen worden, wat de druk op ons verhoogt om van de afspraken af te wijken. Dit schaadt de professionaliteit en collegialiteit binnen ons vakgebied.
Een ander verbeterpunt is de bekendmaking van de beschikbaarheid van vaccins. In beide gevallen hebben we via de media moeten vernemen dat de vaccins goedgekeurd waren. Voor een betere interne organisatie en communicatie richting veehouders zouden we graag eerder op de hoogte worden gesteld.
