
Goed nieuws van de GD: de tweede monitoringsronde naar blauwtong in 2025 laat een geruststellend beeld zien. In juli en september zijn er in heel Nederland monsters verzameld, maar tot nu toe is er geen enkele besmetting met het blauwtongvirus aangetoond. Toch blijft waakzaamheid geboden, zeker nu het virus in meerdere Europese landen opnieuw opduikt.
Rust in Nederland, onrust in Europa
De afgelopen maanden hebben dierenartsenpraktijken verspreid over twintig regio’s bloedmonsters afgenomen bij dieren met mogelijke blauwtongverschijnselen. Alles kwam negatief terug. Ook meldingen van verdachte dieren bij de NVWA bleven uit. Dat betekent dat er in Nederland op dit moment geen actieve blauwtonginfecties zijn.
Toch is het nog te vroeg om achterover te leunen. In omringende landen, waaronder België, Frankrijk en Duitsland, duiken verschillende serotypen op. BTV-3 en BTV-8 worden daar regelmatig vastgesteld, en recent is zelfs BTV-5 aangetoond in Italië; een serotype dat Europa niet eerder kende. Dat laat zien hoe dynamisch het blauwtongvirus zich blijft gedragen.
Alert blijven
De Nederlandse situatie mag dan rustig zijn, achter de schermen wordt er volop overlegd en gemonitord. De GD, NVWA, Wageningen Bioveterinary Research en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) werken samen met sectorpartijen als LTO, ZuivelNL, SBK en het platform KSG. Elke maand bekijken ze hoe het virus zich ontwikkelt, in Nederland én daarbuiten.
Op basis van die evaluaties wordt besloten of er nieuwe monitoringsrondes nodig zijn. Zo kan er snel worden opgeschaald als de situatie verandert.
De rol van de dierenarts blijft belangrijk
Hoewel de uitkomsten positief zijn, blijft alertheid van ons als dierenartsen essentieel. Elke verdenking van blauwtong – hoe klein ook – moet worden gemeld bij de NVWA via het online meldformulier: 👉 Meldingsformulier blauwtong – NVWA
Daarnaast kunnen veehouders ervoor kiezen hun dieren op eigen kosten te laten testen als ze zich zorgen maken.


