zondag 16 maart 2025

Interview Mariëtte Vink-Nooteboom: “Als radioloog ben je de detective achter de schermen”

Radiologie speelt een belangrijke rol in onze huidige praktijkvoering. Drs. Mariëtte Vink-Nooteboom, specialist veterinaire radiologie bij De Wagenrenk, beoordeelt dagelijks echobeelden en röntgenopnames en ondersteunt collega’s bij het stellen van diagnoses. Daarnaast zet ze zich in voor screeningsonderzoeken binnen de fokkerij en geeft ze regelmatig nascholing. Wat drijft haar in dit vak? Welke trends ziet ze? En welke technologische ontwikkelingen volgt ze op de voet? We vroegen het haar.

Wat trok je oorspronkelijk aan in de veterinaire radiologie en waarom heb je destijds voor dit specialisme gekozen? 

“Tijdens de laatste fase van mijn studie diergeneeskunde merkte ik dat ik me graag wilde specialiseren. Van heel veel onderwerpen een beetje weten, maar weinig in detail, daar werd ik niet gelukkig van. Toentertijd was de studie nog heel breed en werd je opgeleid voor alle diersoorten.

Dat ik uiteindelijk in de veterinaire radiologie terechtkwam, is eigenlijk toevallig. Op het moment dat ik een baan zocht, was er een vacature voor deze opleiding. Omdat er weinig banen beschikbaar waren en er behoorlijke werkloosheid was, greep ik deze kans. Mijn cv viel waarschijnlijk op doordat ik voor mijn studie diergeneeskunde twee jaar aan de TU Delft had gestudeerd. Ruimtelijk inzicht is belangrijk voor een radioloog, dus dat speelde misschien mee. Gelukkig bleek het vak mij goed te liggen.”

De kleinschaligheid en de samenwerking met andere specialisten in De Wagenrenk maken het werk voor mij extra waardevol.

Na vier jaar specialisatie tot Nederlands erkend specialist veterinaire radiologie bleef Mariëtte Vink-Nooteboom werken bij de Vakgroep Radiologie van de universiteit. Ze had het daar goed naar haar zin. Haar dagen bestonden grotendeels uit echografische onderzoeken en deels uit onderwijs. “Werken bij de universiteit was interessant,” vertelt ze. “De vakgroep was diersoortoverschrijdend en betrokken bij veel onderzoeken en publicaties. Daar onderdeel van mogen zijn, was uitdagend en waardevol.”

Toch kwam er een moment waarop ze een moeilijke keuze moest maken. “Liever was ik gebleven, maar financieel bleek het niet haalbaar. Mijn salaris was simpelweg niet genoeg om de kinderopvang te kunnen betalen, en de wachttijden voor een bijdrage vanuit de universiteit waren lang.” Ze besloot daarom tijdens haar laatste jaar als universitair specialist alvast een andere weg in te slaan. Als zelfstandig specialist voerde ze echografische onderzoeken uit in verschillende klinieken rond Utrecht en beoordeelde ze röntgenopnamen.

Na de geboorte van haar dochter hakte ze definitief de knoop door en verliet ze de universiteit. “Zelf mijn tijd indelen was beter te combineren met oppas aan huis,” zegt ze. En die flexibiliteit bleek een uitkomst, want haar gezin groeide in de jaren daarna verder met drie zonen. Inmiddels is ze zelfs oma van haar eerste kleinkind.

In september 1999 startte ze bij De Wagenrenk. Wat begon als een deeltijdbaan naast haar andere werkzaamheden, groeide uit tot haar vaste werkplek. “In de loop van de jaren ben ik steeds meer gaan werken in De Wagenrenk en heb ik andere werkzaamheden afgebouwd. Nu werk ik er vier dagen per week.”

Wat haar zo aantrekt in De Wagenrenk? “De kleinschaligheid en de samenwerking met andere specialisten,” zegt ze. “Het overleg gaat hier veel sneller en gerichter. Op de universiteit moest je zelf achter terugkoppeling aan, hier werk je echt samen. Daarnaast heb ik nu als radioloog direct contact met eigenaren. Dat had ik aan de universiteit niet, en dat miste ik. Het geeft extra voldoening als je niet alleen je bevindingen deelt met collega’s, maar ook met de mensen die het meeste om het dier geven.”

Je doet veel screeningsonderzoeken voor de fokkerij. Wat zijn de grootste uitdagingen bij deze onderzoeken?

Naast echografische hartscreeningen bij verschillende hondenrassen voeren we in De Wagenrenk vooral HCM- en PKD-screenings bij katten uit. De PKD-screening hebben we in 1998 in Nederland geïntroduceerd en dat is een groot succes geworden. We zien nu nauwelijks nog katten met PKD (polycystic kidney disease).

Helaas verloopt de screening op HCM (hypertrofische cardiomyopathie) minder succesvol. Op basis van onderzoek bij de Maine Coon in Amerika zijn destijds de HCM-screenings gestart, vooral op verzoek van eigenaren. Echocardiografisch onderzoek helpt om katten met al zichtbare HCM-verschijnselen uit de fokkerij te weren, maar omdat katten op jonge leeftijd worden ingezet voor de fok, terwijl HCM zich ook later kan ontwikkelen, gaan we het probleem op deze manier niet volledig oplossen.

Een van de grote uitdagingen bij de HCM-screening is dat de uitslag niet zwart-wit is. Soms is het hart volledig normaal, dan is de diagnose helder. En soms zijn alle kenmerken van HCM overduidelijk aanwezig. Maar daartussenin zit een grijs gebied. In die gevallen krijgt een kat de uitslag ‘voorlopig niet vrij van HCM/equivocal’. Dat is iets wat fokkers liever niet horen, omdat ze graag zekerheid willen, maar die kunnen we niet altijd geven. Pas als er meer genmutaties bekend zijn en genetische screening op grotere schaal mogelijk wordt, kunnen we hopelijk het aantal HCM-patiënten in de toekomst terugdringen.

Zijn er aandoeningen of trends die je de afgelopen jaren vaker bent gaan zien bij huisdieren?

“Wat me opvalt, is dat steeds meer mensen een hond nemen zonder voldoende kennis van het ras of wat het houden van een hond inhoudt. Ook zie je dat kleine rassen steeds kleiner worden gefokt, wat soms extra gezondheidsproblemen met zich meebrengt en grotere uitdagingen voor diergeneeskundige behandelingen geeft.
Daarnaast zou ik graag zien dat chondrodysplasie, zoals radius-curves, meer aandacht krijgt binnen de fokkerij. Dat blijft een onderbelicht probleem.”

Je geeft ook nascholing aan dierenartsen en onderwijs aan paraveterinairen. Wat vind je het leukste aan lesgeven?

“Op de faculteit was onderwijs een vast onderdeel van mijn werk, en toen ik eenmaal in de praktijk zat, miste ik dat. Daarom ben ik echocursussen gaan geven aan dierenartsen via PAO (later PEGD) en de industrie. Ook heb ik jarenlang radiologie-onderwijs gegeven aan MBO-studenten van het Wellant College in Houten.

Momenteel geef ik minder les, omdat ik vier dagen per week in De Wagenrenk werk. Maar als ik in de toekomst iemand vind om me te helpen met de diagnostische beeldvorming, zou ik graag weer meer nascholing geven. Mijn voorkeur gaat uit naar praktisch, interactief onderwijs in kleine groepen.”

Veel nieuwe technieken zijn wetenschappelijk interessant, maar niet praktisch of financieel haalbaar voor de gemiddelde kliniek

De veterinaire radiologie blijft zich ontwikkelen, maar niet alle innovaties zijn direct toepasbaar in de praktijk. “Veel nieuwe technieken zijn wetenschappelijk interessant, maar niet praktisch of financieel haalbaar voor de gemiddelde kliniek,” vertelt Mariëtte Vink-Nooteboom. “Gelukkig hebben we in De Wagenrenk wél een CT en afgelopen zomer hebben we zelfs een gloednieuwe 80-slice CT geïnstalleerd.”

Om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen bezoekt ze geregeld congressen, zoals die van de European Veterinary Diagnostic Imaging (EVDI). “Je hoort daar veel boeiende dingen, maar de praktische inzetbaarheid is vaak beperkt. De onderzoeken en studies zijn waardevol, maar niet altijd direct vertaalbaar naar de klinische praktijk.”

Daarnaast ligt haar focus volledig op honden en katten, waardoor ze zich minder heeft verdiept in ontwikkelingen bij andere diersoorten. “Het is als radioloog niet eenvoudig om álle technologische vooruitgang bij te houden, zeker als je alleen in een kliniek werkt.”

Toen De Wagenrenk in 2018 voor het eerst een CT installeerde, besloot ze de interpretatie van CT-scans over te laten aan collega’s. “Als je al twintig jaar geen CT’s meer hebt beoordeeld, loop je een flinke achterstand op. Mijn dagen zaten al overvol met echo- en röntgenonderzoeken, dus de tijd om me daar opnieuw in te verdiepen ontbrak.” Daarom maakt De Wagenrenk gebruik van teleradiologie, waarbij collega-specialisten CT-beelden beoordelen. Toch sluit ze niet uit dat ze zich er in de toekomst nog eens in zal verdiepen. “Misschien pak ik het weer op voordat ik met pensioen ga.”

Tot slot: wat geeft jou de meeste voldoening in je werk? Waar haal je echt plezier uit?

“Het samenwerken in een team van specialisten. Als radioloog ondersteun ik andere specialisten bij het stellen van een diagnose. Samen tot een conclusie komen, zodat we het dier – en daarmee ook de eigenaar – kunnen helpen, geeft veel voldoening.

Naast mijn klinische werk haal ik ook al jaren voldoening uit mijn bestuursfunctie binnen Stichting De Wagenrenk. Dit is een stichting zonder winstoogmerk, die ruim 65 jaar geleden is opgericht met hulp van de Dierenbescherming. Het waarborgen van de continuïteit van de stichting is een uitdaging, vooral met de snelle ontwikkelingen in de veterinaire sector. De laatste jaren zien we een sterke toename van ketenvorming in Nederland. Ik vind het belangrijk dat er, naast de dierenziekenhuizen van verschillende ketens, ook onafhankelijke specialistische centra blijven bestaan. Een verwijzing naar een specialist moet gebaseerd zijn op wat het beste is voor de patiënt en diens eigenaar, en niet op commerciële belangen.”

Dit moet je lezen

Meest gelezen