
Zeg nou zelf, dit ziet er toch ook heftig uit? Zowel voor een eigenaar als voor ons als veterinaire professionals! Maar gelukkig valt het meestal mee.

De cornea hoort glad, glanzend, doorschijnend en mooi sferisch te zijn – precies zoals we dat leerden tijdens het vak Klinische Diagnostiek 😉.
Maar bij chronische irritatie van het hoornvlies verandert dat heldere beeld. Er ontstaat een keratitis: een ontstekingsreactie van de cornea. In de eerste fase zie je oedeemvorming – een blauwgrijze waas, soms gecombineerd met een ulcus. In de tweede fase groeit er vaak bloedvatweefsel in. En in de chronische fase komt daar pigmentatie bij.
Hoe die bloedvatingroei eruitziet, hangt af van de diepte van het probleem
Oppervlakkige irritaties, zoals een indolent ulcus of chronische irritatie door een entropion van het onderooglid, zorgen voor oppervlakkige vaatingroei. Dat ziet eruit als een vertakt boompatroon, waarbij je de bloedvaten goed kunt volgen.

Zit het probleem dieper, zoals bij een lytisch ulcus of een perforatie, dan zie je een rode zoom die richting het defect trekt. Dat verschil in vaatpatroon geeft je dus waardevolle informatie over de locatie en diepte van de schade. En dat bepaalt natuurlijk je therapie: een oppervlakkig ulcus pak je anders aan dan een diep defect.

Van bloedvaten naar granulatieweefsel

Als de wondgenezing goed op gang komt, kan die vaatingroei zich ontwikkelen tot granulatieweefsel. Dat is niks anders dan actief littekenweefsel waaronder de uiteindelijke, secundaire genezing plaatsvindt. Dit proces gaat traag, dus heb vooral geduld.
Vaak bedekt het granulatieweefsel uiteindelijk het hele defect. Op dat moment heeft de patiënt geen pijn meer, houdt het oog weer open, en dan valt het ineens op: een rode, bobbelige “prop” op het oog. HELP! Wat zit daar nu? Het lijkt wel een tumor!
Gelukkig niet
Wat je ziet, is gewoon forse wondgenezing. Geen reden tot paniek dus. Blijf de ingestelde therapie volgen en laat het lichaam zijn werk doen. Na een aantal weken wordt het granulatieweefsel lichter van kleur en minder verheven. Wat overblijft is een litteken. De cornea herstelt zich – glad, glanzend, iets minder doorzichtig, maar weer keurig sferisch 😊.

Bij deze patiënt is een corneoconjunctivale transpositie (CCT) uitgevoerd. Daarbij is eigen corneaweefsel vanaf de limbus naar het centrale deel geschoven om een diep stromaal ulcus op te vullen. De cornea zal nog verder ophelderen – dat kan wel een paar maanden duren.